Interieur

Het interieur bevindt zich nog steeds in de staat van rond 1700.

PS-KE-6399De preekstoel vindt men rechts en is omgeven door een eikenhouten doophek met gedraaide balusters en gesneden boogjes. Hierbij staat een bijpassendekoperen doopschaal op gedraaide kolom.

 

 

 

 

 

 

 

 

PS-KE-6393                                                               Het gehele interieur, behalve de “Poptabank” en de “Jongestalbank”, is vervaardigd in 1664 door de schrijnwerkers Ede Kartsens en Biense Wijbes. Zij hadden tot taak “de kercke tot Marsum te repaareren met bancken en stoel” voor de somma van 1130 carolieguldens.

 

Eén van de twee banken aan de noordzijde is de zgn. “Poptabank”. Dr Henrikus Popta kocht het nabijgelegen “adelijke Huysinge” van de familie van Eysinga. In de koop was ook besloten het eigendom van de bank in de kerk. De heer Popta heeft niet de drie alliantiewapens  laten weghalen waardoor er nu nog steeds geschreven staat:

“ANNO 1671, ANNA VAN EYSINGA OP HEERINGA”

PS-KE-PB-6381

Bij de verkoop van het bezit van de familie Eysinga, later het “Poptaslot” was niet besloten:

“de legersteden ende de kelder in de kerck tot Marsum”. De grafkelder is danook nog steeds eigendom van de familie Van Eysinga.

Jongestal bank-W1000Tot groot ongenoegen van dhr Popta werd in 1712 besloten in het koor een nieuwe bank te maken in opdracht van de familie Bouwmeester-Jongstal.

Het stoorde hem dat “die nieuwe stoel in die kercke wel ongeveer 3 voeten lengte over de voorige gemaakte afdoelinge komt uyt te springen”, oftewel te groot zou worden. Hij bepaalde daarom in zijn testament “alsdan beneme ick testamentor den voorts; kerckvoogden, en het dorp marsum alle mijne Aelmoesen haer besproken, en ook de gunst en beneficie van mijn gasthuijs.” Dit hield in dat hij geen armengeld meer betaalde, en in zijn gasthuis mochten geen Marsumer vrouwen meer wonen. Deze bepaling bleef tot 1976 van kracht!

Links van de “Poptabank” bevindt zich een derde. Deze was aanvankelijk in bezit van de familie Goslinga-Andringa.

De banken voor de vrouwen, aan de rechtekant van het schip, bezitten open rugleuningen. Dit diende om de vele lange rokken een plaats te geven. De mannen banken hebben in tegenstelling tot die van de vrouwen, een lessenaar voor bijbel en/of psalmboeken.  (Men ging ervan uit dat vrouwen toch niet konden lezen). Mannen en vrouwen kwamen nog tot in de jaren 40 van de vorige eeuw door verschillende ingangen binnen, de vrouwen resp. door de zuidingang, de mannen door de noordelijke.

Onder de overige inventaris stukken bevindt zich een zilveren avondmaalsbeker uit 1633 die in bruikleen is afgestaan aan het Fries Museum.

Alle kerkvoogdij rekeningboeken vanaf 1580 zijn bewaard gebeleven en bevinden zich in het rijksarchief te Leeuwarden.